zo’n dag

Ik liep buiten. Met de hond. Mijn veerkrachtige tred associeer je niet direct met kuieren, maar zo voelde het wel.

Het was voorzichtig lenteweer. Bewolkt, maar aangenaam.

Terwijl ik een specht een eik hoorde teisteren, flitste een ijsvogel voor me langs, vlak boven het water van de Vecht.

In de tuin van de pastorie bloeiden de krokussen uitbundig en de magnolia bijna.

Het was zo’n dag die je iedereen gunt.

Ik kwam thuis en zette de radio aan.