75 jaar later

13 april 1945

De zon was nog warm, toen hij aan het eind van de middag de stad in liep. Bepakt en bezakt, versleten kleren en een geur om zich heen van te lang onderweg en te weinig gewassen. Een landloper, op het eerste gezicht. Maar wie beter keek, zag een man, een jongen nog, die geagiteerd doorstapte, een reiziger die wist waar hij moest zijn.

Nog geen negentien was hij. Ruim anderhalf jaar eerder was hij per trein vertrokken. Oostwaarts. Wat de bestemming precies was, wist hij niet, dat het er duister en dreigend was wel. Hij had overlegd met zijn moeder, met de buurman en met de rector van het gymnasium. Het besluit om te gaan was unaniem geweest, maar niet van harte.

En nu was hij terug. Bijna thuis. Toen hij de stad naderde, had een voormalige klasgenoot, die net als hij op de terugreis was, hem ingehaald. Hij had hem vooruitgestuurd om zijn moeder te waarschuwen dat hij eraan kwam. Op een hartstilstand bij het weerzien zat hij niet te wachten.

Hij deed het tuinhek open. Moeder stond bij de voordeur. Ze keek blij, maar ook ongerust. Toen de buurman ze liet poseren voor zijn camera, bleef de schoolvriend links naast zijn moeder staan. Als de foto er over een paar dagen is, knip ik hem er wel af, dacht hij, toen hij de sluiter hoorde klikken.