Vorig najaar vertolkten vrienden en collega’s de liedjes van Jeroen van Merwijk en verzamelden ze op de cd Leve Van Merwijk!. Geheel in de geest van de zelfverklaarde ‘grote denker’ schreef Herman Finkers erover: ‘Dertig kleinkunstenaars en muzikanten hebben besloten de lockdown van 2020 te gebruiken voor een eerbetoon aan de mooiste kleinkunstpareltjes van hun generatie. Eenieder trok zich enkele dagen terug om na te denken over zijn of haar favoriete nummer. Na deze korte maar intense periode kwamen ze op anderhalve meter bij elkaar en, o logisch wonder, alle nummers bleken van de hand van Jeroen van Merwijk te zijn. Intelligenter kan een lockdown niet wezen. Maar lag hiermee de lat niet te hoog? Met de moed van de wanhoop en tegen beter weten in zijn de artiesten de studio ingedoken, wetend dat ze het origineel niet op de geringste manier zouden kunnen benaderen.’
Ik moest erom lachen.
Dat Jeroen van Merwijk nog hoort of leest wat ik over hem te vertellen heb, geloof ik niet. Bovendien kent hij mij niet, dus het zal hem ook weinig interesseren. Maar je kunt nooit weten.
Dus.
Jeroen, ik heb vaak en hard om je gelachen.
Niet iedereen ziet dat als een uitzonderlijk wapenfeit, iemand laten lachen, maar ik vind het nogal wat. Dus, dankjewel.