De familie Schaap
Drijft als een tienkoppige
Wolk door het weiland

De familie Schaap
Drijft als een tienkoppige
Wolk door het weiland
13 april 1945
De zon was nog warm, toen hij aan het eind van de middag de stad in liep. Bepakt en bezakt, versleten kleren en een geur om zich heen van te lang onderweg en te weinig gewassen. Een landloper, op het eerste gezicht. Maar wie beter keek, zag een man, een jongen nog, die geagiteerd doorstapte, een reiziger die wist waar hij moest zijn. Lees verder 75 jaar later
Als dit de Goede
Week is, laat de Slechte dan
Maar achterwege
Appel in de schil
Biedt afdoende bescherming
Zeggen mijn dokchters
Huilen zoals zij
Stil, beschaafd, elegant zelfs
Dat wil ik kunnen
Fashion icon? Nee.
Maar een eigen stijl kon je
Hem niet ontzeggen.
Welk een nachtmerrie
In tijden van verveling:
Puzzelstukje kwijt!
Ochtend in ‘t Woudt
Hengel losjes in de hand
Paradijs op zicht
Nu weet ik het weer
Corona was een sigaar
Die vader rookte
Jaren heel gewoon
Zo’n ritje naar het zuiden
Nu een visioen
Niet hardop zeggen:
Heerlijk, die lege straten
(Coronaschaamte)