Met de temperatuur stijgt deze week ook de spanning in Italië. De mensen zijn hier weliswaar meer voetbalsucces gewend dan wij -vier wereldtitels, één Europese en nog een handvol niet gewonnen finales- maar dat maakt de euforie niet minder groot, nu de nationale ploeg furore maakt in Frankrijk.
Ik bekijk de achtste finale op een groot scherm dat in Florence speciaal voor Euro 2016 is opgesteld aan de oever van de Arno.De menigte Italianen om mij heen slaat de schrik om het hart wanneer de Azzurri het favoriet geachte Spanje met aanvallend voetbal en opkomende backs overrompelen. Verbijsterde blikken in het publiek. “Wanneer gaan we weer gewoon verdedigen en loeren op een geniepig countertje of een uitgelokte penalty, zoals we dat gewend zijn?”, lijkt de collectieve gedachte van de tifosi om mij heen. Ter zake kundig en geduldig als ik ben, leg ik deze en gene uit dat we hier te maken hebben met De Hollandse School, een benaderingswijze van de voetbalsport die lang geleden geïntroduceerd werd door een groot voetballer uit een klein landje aan de Noordzee, dat tot voor kort ook zelf deelnam aan grote toernooien. Waarderende blikken en royaal aangeboden biertjes zijn mijn deel – de Italiaan is niet alleen sluw, maar ook liefhebber van een goed gesprek.
Later op de avond zie ik Arrigo Sacchi op de Italiaanse televisie, in het programma Il Grande Match. De inmiddels 70-jarige Sacchi was de architect van het grote AC Milan dat rond 1990 met Gullit, Van Basten en Rijkaard voor het eerst liet zien dat je van Italianen niet alleen kunt verliezen, maar dat ze ook van je kunnen winnen. De voormalige schoenenverkoper draagt een jasje, een das en een bril die er niet op lijken te wijzen dat hij zich regelmatig verdiept in de Milanese modetrends. In een studio vol uiterst trendy geklede spiegelstaarders valt hij schitterend uit de toon. En zodra hij spreekt nog meer. Met een vanzelfsprekend gezag legt hij uit dat commissario tecnico Antonio Conte erin slaagt op zijn spelers over te brengen dat in de voetbalsport la testa veel belangrijker is dan i piedi. Zijn constatering komt hem op instemmend geschreeuw te staan van de uitbundig zwetende presentator die vervolgens met een Italiaanse vlag begint te zwaaien. Dat blijkt het signaal voor een zestal hooggehakte en diepgedecolleteerde jongedames om het beeld in te lopen, wat onduidelijke en niet uitgebreid gerepeteerde dansbewegingen te maken en zich vervolgens te draperen rond de anchor man, die het daar voor iedereen zichtbaar nóg warmer door krijgt.
Arrigo Sacchi kijkt het allemaal onbewogen aan, wacht kalm af tot het gezelschap weer tot bedaren is gekomen en neemt opnieuw het woord. “Dit Italiaanse team”, spreekt de coach in ruste, “is een voorbeeld voor het hele land. Sterker nog: een voorbeeld voor heel Europa. In moeilijke tijden moet je het niet hebben van grootspraak, opgeblazen ego’s en solisten, maar van mensen die bereid zijn samen te werken, zichzelf weg te cijferen en in de schaduw van anderen te presteren.”
Ik stel voor dat KPN, Ziggo en alle andere tv-aanbieders Rai1 onmiddellijk in het basispakket opnemen.