Mary Doyle Keefe is dood. Ze is 92 jaar geworden.
Meer dan 70 jaar geleden stond Mary model voor Rosie the Riveter, een schilderij van Norman Rockwell dat op 29 mei 1943 op de cover verscheen van The Saturday Evening Post. Rosie werd het symbool voor de duizenden Amerikaanse vrouwen die in de oorlogsjaren massaal mannenwerk gingen doen. De industrie moest blijven draaien terwijl honderdduizenden mannen in Europa en Azië vochten. Het bleek niet het begin van een nieuwe maatschappij waarin vrouwen en mannen gelijk waren; toen de nazi’s eenmaal verslagen waren, keerden de heren terug naar de fabriekshal en de dames naar het aanrecht. Een paar jaar geleden gaf ik alle dochters een poster met daarop de afbeelding van Rosie en haar beroemde motto: We Can Do It! Een lollige aansporing om direct na school aan je huiswerk te beginnen en het ver te schoppen in een maatschappij, waarin ongelijkheid tussen mannen en vrouwen gelukkig al lang niet meer bestaat. Goed opgevoed als ze zijn, plakten ze de poster braaf aan de deur van hun kamers.
Feminisme had in mijn jeugd een slechte naam, althans in mijn directe omgeving. In het woord klonken tuinbroeken door. Kortgeknipt haar, ongeschoren oksels, gebrek aan make-up. Wat ze precies wilden wist ik niet, maar ik hield er ernstig rekening mee dat ze vooral niet wilden wat ik nu juist hoopte dat alle meisjes en vrouwen wel wilden. Gelukkig word je later vader van dochters en kom je tot nieuwe inzichten. Eigentijdse, weldenkende mensen weten dat feminisme inmiddels een modern en aantrekkelijk gezicht heeft en dat het onderhand toch echt hoog tijd wordt dat meisjes dezelfde kansen krijgen als jongens. Dacht ik. Tot ik onlangs de dochters vroeg of zij zichzelf beschouwen als feministen. Tot mijn ontsteltenis kon ik geen enkele ja noteren. Het woord bleek voor hen nog min of meer dezelfde bijklank te hebben als veertig jaar geleden.
Hebben ze te weinig naar die poster gekeken? Of juist te veel? Rosie heeft weliswaar een prettig voorkomen, maar ook een paar armen waar ik hard voor moet trainen. Misschien hebben ze mijn als emancipatoire aanmoediging bedoelde cadeau toch verkeerd opgevat. Zorg dat je ook zo’n biceps krijgt, dan kom je er wel!
De radio vertelde vanmorgen dus dat Mary Doyle Keefe, oftewel Rosie the Riveter, was overleden. Ik ging ervan uit dat het ging over de Rosie-met-spierballen die ik tevergeefs had ingezet bij de bewustwording van mijn nageslacht. Maar nee. Die Rosie blijkt helemaal niet van de hand van Norman Rockwell, maar van ene J. Howard Miller die haar al een jaar eerder schilderde, in opdracht van elektriciteitsbedrijf Westinghouse. Oók bedoeld als oproep aan vrouwen om zich te melden voor de war effort, dat wel. Hoewel Millers Rosie (die hij zelf nooit Rosie heeft genoemd) in de oorlog nauwelijks te zien was, bleek haar iconische kracht uiteindelijk sterker dan die van de klassieke, enigszins indolente Rosie van Rockwell. Millers poster werd in de jaren tachtig herontdekt door de vrouwenbeweging. Weer dertig jaar later hangt ze hier en daar nog op een meisjeskamer. Hopelijk nog lang, want er is werk te doen.