Maart is nog regentijd in Peru, dus ik was er niet van uitgegaan dat ik met een bruinverbrande kop thuis zou komen. Maar op de eerste ochtend hier schijnt de zon uitbundig. Op de prachtige binnenplaats schuif ik een stoel die nog net in de schaduw staat een stukje naar voren.
Ik laat me in het zonlicht zakken als een vermoeide reiziger in een warm bad. Een kwartier later zit ik weer in de schaduw. Het duurt even voordat ik begrijp wat er aan de hand is. De regering van buurland Bolivia heeft het niet zo op westerlingen. Daar pesten ze toeristen óók door de zon moedwillig de verkeerde kant op te laten draaien, maar dat gaat ze nog niet ver genoeg.