Het viel mij voor het eerst op in 1974: advertenties en STER-reclame voor televisietoestellen. Nederlandse gezinnen, voortgestuwd door een ongekende en al twintig jaar durende almaar hoger reikende welvaartsgolf, deden massaal hun oude zwart-witgevaartes (in veel gevallen aangeschaft in de late jaren vijftig en vroege jaren zestig, toen televisie nog een verbijsterend technisch experiment van buitenaardse allure was) de deur uit om plaats te maken voor een nieuw statussymbool: de kleuren-tv.
Na veertig jaar gerommel in de marge had Oranje zich met de hakken over de sloot weten te kwalificeren voor het Wereldkampioenschap Voetbal in West-Duitsland. Het toernooi bleek een katalysator waarvan Philips dankbaar gebruik maakte. De gloeilampenfabriek uit Eindhoven was destijds nog onze nationale trots en fabriceerde al sinds de introductie van de televisie verreweg de beste toestellen. Althans: volgens de deskundigen, die toevallig allemaal in Nederland woonden. Het logische gevolg was dat de Nederlandse voetballiefhebber zich spoorslags begaf naar de erkende Philips-dealer, destijds nog herkenbaar aan een blauw schildje dat aan de voorgevel van het winkelpand was geschroefd.
Was het tv-toestel in de jaren ‘50 nog voorbehouden aan de elite, met de nieuwerwetse kleuren-tv lag dat heel anders. De vader van mijn vriendje Marcel, een eerzame maar ongetwijfeld matig verdienende vrachtwagenchauffeur, was een van de vele mannen die zich onbekommerd een kleurentelevisie hadden aangeschaft. Het gezin was klein behuisd en de enorme beeldbuis nam zowat een kwart van de woonkamer in beslag. Mijn ouders, die je met enige fantasie tot de elite zou kunnen rekenen, vonden dat je op een zwart-wittelevisie (met een diameter van 51 cm, kom daar vandaag nog maar ‘ns om!) de wedstrijden ook prima kon volgen.
Toen, in 1974, tijdens de Moeder Aller Voetbaltoernooien, hadden de truckers met hun enorme kleurenbuizen vier weken lang het gelijk aan hun zijde. Ze zagen onze jongens in schitterend oranje de wereld veroveren en konden bij iedere aanval de goudblonde lokken van Johnny Rep moeiteloos onderscheiden van de krullen van Johan Neeskens, die één tint donkerder waren.
Jaren later betraden ook wij eindelijk, als allerlaatsten in de hele straat, de moderne tijd. Het doorslaggevende argument voor mijn vader en moeder: natuurfilms. Hm. Zelf dacht ik eerder aan TopPop en het naderende WK in Argentinië. Treurige constatering, achteraf: ik heb Johan Cruijff nooit rechtstreeks in een oranje shirt zien voetballen.
Vanavond begint het EK Voetbal en gisteren heb ik een nieuwe televisie gekocht. Een Panasonic.