Sinds een paar dagen maken twee houtduiven serieus werk van een nest in onze klimhortensia. De nieuwbouw bevindt zich schuin onder mijn werkkamer. Het gekoer is inmiddels een vertrouwd geluid geworden en valt me nauwelijks meer op. Aan de onhandige en luidruchtige landingen op het balkon daarentegen, een keer of vijfhonderd per dag, ben ik nog niet helemaal gewend.
Vanochtend constateerde ik dat de enigszins corpulente doffer -zo heet een mannelijke duif, meen ik- een romanticus is. Tussen het gesleep met takken door vindt de charmeur nog tijd om een bloemetje voor zijn geliefde mee te nemen.