Op 6 juni 1984 had ik autorijles. Terwijl ik de blauwe Mitsubishi (Mitsiboetsjie, volgens mijn rij-instructeur) door de regenachtige straten van Eindhoven stuurde, sprak op de radio president Ronald Reagan. Hij was in Normandië. Vandaag is het namelijk vijfendertig jaar geleden dat het veertig jaar geleden D-day was.
Van zijn visie op de wereld moest ik weinig hebben, maar Reagan was een fijne spreker. Hij had een mooie dictie en praatte kalm, overtuigend en op de juiste toonhoogte. Zijn toespraak op Omaha Beach maakte indruk op me, maar ik was vergeten waarom. Vanochtend even teruggekeken in de Reagan Library op YouTube (toespraak begint op 3:08). Toen wist ik het weer.
De president gebruikt grote woorden over heldenmoed en opoffering, maar vertelt ook een klein verhaal, over een dochter en een vader. Reagan ontroert en is ontroerd. Of speelt ontroerd, want een acteur houdt nooit op met spelen. Maar Reagan was op latere leeftijd een heel goede acteur, dus dan geeft het niet.
Ook vandaag spreekt de president van de Verenigde Staten op het strand van Normandië. Mijn verwachtingen zijn niet hooggespannen, maar dat kan aan het weer liggen.