landloper

Op de dag dat de partij voor de vrijheid tien jaar bestaat, sta ik in Den Bosch naar De Landloper te kijken. Een schilderij uit 1493.

Het schilderij van Jeroen Bosch -ik mag Jeroen zeggen van Jheronimus- laat een magere man zien die van een erf wordt verjaagd. Met een lange stok houdt hij een grommende hond op afstand. Een verband om zijn linkerkuit doet vermoeden dat hij al eens eerder met een waakzame viervoeter te maken heeft gehad.

Als ik me probeer te verplaatsen in de gemiddelde huiseigenaar in de  Middeleeuwen, begrijp ik wel dat je zo’n ongenode bezoeker liever kwijt dan rijk bent. Je weet nooit wat je in huis haalt. Hij kan zich wel voordoen als een vrolijke vrijbuiter, maar waarom heeft hij dan een dolk aan zijn riem hangen? Vast niet alleen maar omdat hij rond het middaguur in de vrije natuur graag een appeltje schilt. Bovendien zou je er misschien wel één gastvrij willen ontvangen, maar als hij het onderweg aan zijn vrienden vertelt, moet je straks avond aan avond je zuurverdiende aardappelen delen met een heel regiment zwervers die al tijdens de maaltijd naar je dochters beginnen te gluren. Nee, hij mag nog zo vriendelijk kijken, de landloper is een risicofactor die maar beter aan je deur voorbij kan gaan.

Bekijk je het schilderij wat nauwkeuriger, dan begin je je af te vragen wat die haveloze voorbijganger in dat huis eigenlijk te zoeken heeft. Welvaart en beschaving lijken er ver te zoeken. In het dak zit een groot gat, de ramen zijn stuk en de luiken hangen scheef aan de scharnieren. Maar zo lang de zon schijnt, maakt niemand zich er druk om. De bewoners hebben wel iets anders aan hun hoofd. Zo staat de heer des huizes ingespannen tegen de zijgevel te pissen, terwijl zijn dochter zich in de deuropening uitgebreid laat betasten door een jongeman van wie niet direct duidelijk wordt of het haar broer is dan wel de buurjongen. Logisch dat ze er te midden van al die bedrijvigheid niet ook nog eens een hitsige snuiter van buitenaf bij kunnen hebben. Kortom; het is in het belang van de landloper zelf dat hij doorloopt naar het volgende erf of -beter nog- dat hij teruggaat naar waar hij vandaan komt. Laat’ie maar lekker in zijn eigen land gaan lopen landlopen.

De hoofdpersoon op het schilderij heeft de boodschap begrepen. Terwijl hij het tafereel achter zich laat, kijkt hij alleen nog over zijn schouder om de hond in de gaten te houden. Met een paar ferme stappen is hij weer op het pittoreske landweggetje en vervolgt hij zijn tocht, de vrijheid tegemoet. Vóór zich ziet de landloper velden, bomen en heuvels. Op een van die heuvels staat een hoge mast met daarop een beveiligingscamera.