om

Onze eerste ontmoeting vond zeker vijfentwintig jaar geleden plaats. Ze was toen al hoogbejaard. Ik reed het dorp in en ze stond me bij de brug op te wachten. Op zichzelf niets bijzonders, ze stond daar altijd iedereen op te wachten, maar voor mij was het nieuw. Ik keek haar in het voorbijgaan even aan en verbaasde me over de vanzelfsprekendheid waarmee ze daar stond. Na de eerste keer raakte ik er snel aan gewend en op den duur viel ze me niet meer op. Ik ging voorbij zonder te groeten, soms zonder haar te zien zelfs.

Jaren later gingen we wonen in een huis dichtbij de brug waar ze nog steeds dagelijks te vinden was. Nu kwam ik haar vooral tegen wanneer ik met de hond wandelde. Ik bleef soms even staan en leerde haar wat beter kennen. Hoewel je er van op aan kon dat ze er zou zijn, op haar vaste plek, wist je nooit precies wat je te wachten stond. Soms zwaaide ze al uit de verte naar je, dan weer keek ze je bewegingloos aan. Altijd enigszins uit de hoogte, soms bijna dreigend. Van haar kon ik het hebben. Als je zoveel hebt gezien en meegemaakt, heb je recht op slechte manieren.

Een paar jaar terug hoorde ik de eerste verontrustende berichten over haar gezondheid. Niet van haar zelf, zij zweeg er liever over. Geen slapende honden wakker maken. Zo lang je het negeert, is het er niet. Mijn idee.

De mensen die haar beter kenden dan ik, durfden de problemen wel te benoemen.  Ze maakten zich zorgen en lieten dat luider en luider horen. En met toenemend enthousiasme, leek het wel.

Steeds zwakker.

Aflopende zaak.

Gevaar voor haar omgeving.

Dat werk.

P1040203

Vanochtend viel ze om. Niet geveld door een slopende ziekte, maar door een ongeduldige kettingzaag. Toch nog onverwacht, lees je wel eens in een advertentie. Eigenlijk staat er: het werd ook wel eens een keertje tijd. De operatie trok veel bekijks. Zo gaat dat, neergang en destructie zijn nu eenmaal fascinerender dan standvastigheid, geheugen en gestage groei.

De grote beuk stond er al toen een paar kilometer verderop Gerrit Rietveld en Martinus Nijhoff werden geboren. Onder haar steeds breder uitwaaierende takken flaneerden dames met Charlestonjurken, marcheerden Duitse soldaten, slenterde langharig werkschuw tuig en stuiterden kaalgeschoren gabbers. De piloot van het eerste vliegtuig dat over het dorp vloog, zag beneden zich de onverstoorbare beuk voorbijglijden. Honderd, misschien wel honderdvijftig keer liet ze een lente lang onbeschaamd haar weelderige rode haardos wapperen in de wind. Deze lente kwam het er niet meer van.

Sinds een paar dagen broedt een paar tortelduiven in de klimhortensia onder mijn balkon. Ze hadden plannen om zich dit voorjaar te vestigen in de rode beuk, op wier takken wel vaker Turkse tortels neerstreken. Gealarmeerd door de toenemende bedrijvigheid rond de boom hebben ze een goed heenkomen gezocht. Ik voorzie ze graag van een comfortabel bed. Bad en brood regelen ze zelf.

DSC_6142

 

 

 

 

 

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *